COBOUW:

Van Liempd sloopt circulair: 'Al duizenden deuren opgekocht en opnieuw verkocht. Dat scheelt veel CO2-uitstoot'

Slopers moeten de circulaire economie op gang brengen, vindt Arie van Liempd, directeur van het gelijknamige sloopbedrijf uit Sint-Oedenrode. In de eigen webwinkel een groot assortiment geoogste materialen en gaat nog verder. "Ik kan niet iedere wc-pot leveren, maar wél de fabrikant stimuleren."

SLOPEN =
Doen

In de werkkamer van Arie van Liempd hangen twee grote portretten: een van Nelson Mandela en een van John F. Kennedy. "Dat waren allebei positieve mensen die me van jongs af aan hebben geïnspireerd. Als ik 's ochtends naar hen kijk, krijg ik daar energie van" , vertelt de 62-jarige directeur van het circulaire sloopbedrijf A. van Liempd. "Mandela en Kennedy zijn beiden mensen met een mooie status - net als Martin Luther King. En Muhammad Ali: die zou eigenlijk ook een plekje op de muur moeten krijgen. Ali was geen prater, maar een doener. Dat ben ik op mijn manier ook. Als ik een doel heb, zal het me lukken ook.

Ik heb mijn leven lang overal voor geknokt." Van Liempd begon zijn sloopbedrijf 35 jaar geleden. Al gauw wilde hij het anders doen dan de rest. "Als je allemaal hetzelfde doet, heb je geen succes. Zo werkt het ook als je een restaurant hebt." Ongeveer vijftien jaar geleden begon hij zijn eerste circulaire experiment met een prototype van een kozijn gemaakt van sloophout. Daarmee liet Van Liempd zien dat het mogelijk is om gebruikt hout te verwerken tot een nieuw product. Vijf jaar later benaderde Velux zijn bedrijf omdat het graag sloophout wilde toepassen in een dakraam. Woningcorporatie Woonbedrijf uit Eindhoven had de primeur: ruim negentig sociale huurwoningen werden voorzien van een circulair dakraam, waarvan het gebruikte hout afkomstig was uit gesloopte Rotterdamse woningen.

Na deze eerste stappen specialiseerde het Brabantse bedrijf zich verder in het hergebruiken van sloophout. Daarna ontwikkelde het met partners nog meer toepassingen, zoals wand- en gevelbekleding en kozijnen. "Toen de regering in 2016 de ambitie uitsprak om de transitie naar een circulaire economie te versnellen, groeide de belangstelling voor onze producten. Jongens als PontMeyer weten ons tegenwoordig te vinden: zij willen graag ook een circulair assortiment hebben" , vertelt circulair specialist Barthel van Dinther. Hij kwam ooit als stagiair aanwaaien bij Van Liempd en klom vanaf daar op tot commercieel manager.

Opgeknapte fietsbeugels
in de eigen webwinkel een groot assortiment geoogste materialen en gaat nog verder. "Ik kan niet iedere wc-pot leveren, maar wél de fabrikant stimuleren." Geef cadeau Delen sloopbedrijf Bij A. van Liempd is elk gebouw een grondstoffenbank Inmiddels oogst Van Liempd al jarenlang alle herbruikbare materialen bij sloopwerk. Van hout tot sanitair en van deuren tot radiatoren. Het bedrijf ziet een gebouw als een grondstoffenbank: na het demonteren en scheiden volgt het sorteren. Daarna kan er dan weer een nieuw product van gemaakt worden. Dat laatste gebeurt op de werf in Sint-Oedenrode. Materialen die geschikt zijn voor hergebruik worden - na controle - aangeboden voor de zakelijke én particuliere markt via de eigen webshop www.gebruiktebouwmaterialen.com. Handelen in gebruikte bouwmaterialen lijkt eenvoudig, maar niets is minder waar, vertelt Van Dinther. "Om materialen te hergebruiken, heb je expertise en ervaring nodig. Je moet altijd zorgen dat je materialen ook weer verkocht krijgt. We hebben wel eens verkeerde inschattingen gemaakt; daar hebben we van geleerd."

“We hebben wel eens verkeerde inschattingen gemaakt; daar hebben we van geleerd ”

"Kijk" , wijst Van Liempd, terwijl hij over de werf loopt. "Daar staan 198 fietsbeugels uit de gemeente Heemskerk, die op een ander model is overgestapt. We hebben ze laten stralen en ze van een coating voorzien, en nu zien ze er weer als herboren uit. Nieuw kost zo'n beugel 400 euro, maar wij verkopen hem voor 210 euro. Eén Vereniging van Eigenaren heeft er al zestig besteld." Een eindje verder op de werf staat een stelling met tweedehands deuren, die bij een leverancier zijn opgekocht. "Meestal zijn dat restanten die bij een fabrikant uit het assortiment gaan" vertelt Van Dinther. "Zo'n fabrikant kan bij ons hout kopen om een nieuw product van te maken; andersom nemen wij van hem de producten over waar hij moeilijk van afkomt. Op die manier hebben we al duizenden deuren opgekocht en opnieuw op de markt gebracht. Dat scheelt veel CO2-uitstoot."

Goedkopere wastafels
De meeste materialen koopt Van Liempd in bij de tien corporaties met wie het sloopbedrijf meerjarige contracten heeft afgesloten. Die vormen tegelijkertijd zelf een steeds grotere afzetmarkt voor de producten van Van Liempd. Van Dinther: "De vraag vanuit de corporaties is nu al groter dan het aanbod. Zij willen graag producten voor dagelijks onderhoud, zoals wastafels, stoppenkasten en sloten. Nieuw kost een wastafel 70 euro, maar een gereviseerd exemplaar bij ons 50 euro. Dat verschil lijkt misschien niet zo groot. Maar als diezelfde corporatie bij ons een wastafel aanlevert, krijgt hij er 15 euro voor terug. Dan kost de wastafel nog maar 35 gebruiktebouwmaterialen.com a corporaties euro en is hij de helft goedkoper dan een nieuwe" , rekent de commercieel manager voor. "Dan wordt het interessant, zeker als je bedenkt dat een corporatie in totaal misschien wel 45.000 wastafels in bezit heeft."

"Belangrijk in onze wereld is dat een fabrikant of bedrijf massa kan leveren" , vervolgt Van Dinther. "Onze klanten vragen om driehonderd deuren of twintig kilometer balkhout. Dat soort grote orders realiseren, lukt alleen door samen te werken." Van Liempd vult aan: "Ik kan niet iedere wc-pot in Nederland leveren. Maar ik kan partijen met wie we samenwerken wél stimuleren om een wc-pot van duurzaam materiaal te maken. Dan kunnen wij ze allemaal innemen en krijg je massa." Het bedrijf beschouwt het als een missie om een kanteling op de markt teweeg te brengen en ervoor te zorgen dat het aandeel gebruikte bouwmaterialen steeds groter wordt.

Bemiddelende rol
De sloper gaat ook regelmatig in gesprek met leveranciers. Van Dinther: "Dat doen we niet namens onszelf, maar namens alle corporaties die bij ons klant zijn. Samen met fabrikanten zoeken we dan naar oplossingen. Wij slopen duizenden gebouwen per jaar en komen dan bijvoorbeeld tonnages bitumen tegen - een op aardolie gebaseerde vloeistof. Als een fabrikant die bitumen gratis wil innemen, spreken we af dat hij circulair bitumen mag leveren aan een corporatie. Zo sluiten wij deals."

Het sloopbedrijf slaagt kennelijk goed in die bemiddelende rol: het krijgt steeds meer materialen aangeboden. Van Liempd: "Gisteren heb ik nog 4.500 vierkante meter trespa ingekocht. Wij kunnen dergelijk hard plaatmateriaal goed vermarkten, mensen weten ons te vinden. Dat is belangrijk. Je kunt wel driehonderd deuren in huis halen, maar als je ze uiteindelijk niet verkoopt, gaat het fout. Maar ik houd wel van een uitdaging, kom maar op! Uiteindelijk is onze ambitie dat er een werkelijk circulaire economie ontstaat.

" Van Dinther: "Onze werf lijkt groot, maar is te klein. Omdat we hier te weinig ruimte hebben, gaan we in Rotterdam een tweede locatie openen. Hierover hebben we afspraken gemaakt met Woonstad Rotterdam, één van onze grotere klanten. Als groothandel zou het voor ons ideaal zijn als we straks drie of vier locaties verspreid over het land hebben. Door lokaal aanwezig te zijn, kunnen we dan nog meer potentiële klanten overtuigen om circulair te gaan denken."

Schrijver: Rob Henriks
Fotografie: Mark van Dis

Dit is een artikel geplaatst in Cobouw

 

  • Deel nieuwsbericht: